Rustig vegen
De meeste boeken over het Nederlandse zakenleven worden geschreven door consultants of andere toeschouwers. Dat geldt niet voor Sheila Struyck: zij zat zelf in de boardroom van het Nederlandse bedrijfsleven, als vice-president bij een grote multinational.
Vanuit die boardroom schreef ze van 2009-2011 in het Financieële Dagblad columns met haar blijmoedige observaties: ‘Door net even anders te kijken of te redeneren in uitzichtloze kantoorsituaties, wil ik laten zien dat je dapperder kunt zijn dan je zelf denkt.’ Als eeuwige optimist ziet ze overal wel een lichtpuntje of een oplossing. Met pijnlijke eerlijkheid fileert ze vergaderingen waarin mannen met de armen in de nek zitten, slecht voorbereide presentaties en overvolle mailboxen, maar ook schrijft ze aanstekelijk over de managementlessen van haar hond, waarom een cafébaantje een plus is op elk cv en waarom je vaker Nee moet zeggen.
De tijdsdief is weer bezig. Zes uur en de wekker gaat. Snel op een rij zetten wat de dag gaat brengen. En of ik er wel klaar voor ben. Het is maandagochtend. Inleverdag column. Maar ik heb gisteren helemaal niets geschreven, ik ben ineens bij een vriendin gaan eten. Vandaag is van negen tot zes gevuld met afspraken, dus als ik dat stuk nog moet schrijven, moet dat nu meteen. Ik heb ook de tas gevuld met werk in de gang staan. Twee dagen geleden was die nog belangrijk genoeg om mee te nemen. Ongeopend mee terug lijkt zinloos. Dus dat moet ook nog vóór negen uur.
Een gevoel van paniek ontstaat. Hoe kan ik nu al zo achterop zijn geraakt op een dag die eigenlijk nog niet eens begonnen is? Heb ik het moment dat niets meer met improvisatie of verschuiven te regelen is, maar gewoon faliekant klapt, bereikt? Het is trouwens verdomd stil op straat. Ik plof terug in mijn kussen, het is zondag. Een kwartier lang was me een dag ontstolen.
De grijze mannen uit het boek Momo: oder Die seltsame Geschichte von den Zeit-Dieben zijn tijdsdieven. Zij overtuigen mensen ervan dat ze tijd moeten sparen. Ze hebben een soort bank waar de gespaarde tijd wordt gebracht ‘voor later’. De sparende mensen worden gehaast, jachtig en somber. Bep- po, de straatveger, vertelt Momo hoe dat voelt. ‘Als je een hele lange straat voor je hebt die je moet vegen ga je denken aan hoe lang het gaat duren en hoe moeilijk het is. Je gaat je haasten en werkt steeds harder. En elke keer als je opkijkt is er nog zoveel te doen. Dus je gaat nog harder werken, raakt buiten adem en moet stoppen.’ Zo voel ik me deze herfst ook een beetje.
Dankzij Momo van Michael Ende ben ik overtuigd van het bestaan van tijdsdieven die het op mijn tijd gemunt hebben. Ik wens me vaak Ti-ta-tovenaarhanden. Ti-ta-tovenaar (jaren 70) kon met een klap in zijn handen de wereld stilzetten. Alleen hij kon dan bewegen. Dan kon hij snel doen wat er moest gebeuren, en zo won hij tijd op de anderen. De tijdsdief te pakken krijgen is mijn streven geworden.
Momo zegt tegen Beppo: ‘Maar je moet nooit aan de hele straat denken. Gewoon je concentreren op elke volgende veeg met de bezem en op je volgende ademhaling. En dan weer de volgende. En dan vind je je werk weer leuk. En dan word je er beter in. En voor je het weet is de straat geveegd. En jij bent niet buiten adem.’ Iedereen weet dat een uur een seconde kan lijken en een seconde een uur. Dat ligt er maar net aan wat je in dat uur beleeft. En hoe je dat beleeft.
De tijdsdief op heterdaad betrap, ik ben het zelf met mijn gehaast en geregel in plaats van rustig vegen.
Het Financieële Dagblad 10-11-2009