Een beetje omdenken
“Je moet ze gewoon beestachtig behandelen. Zet er de fik in, leg ze uren in het zout. Bevries ze of dompel in demarinade”, is het eerste advies dat ik geef als mensen zeggen dat ze niet weten wat ze met groenten moeten. Dit devies haalde ik uit het boek “De Nieuwste Nederlandse Keuken (beestachtige groenten) van Albert Kooy. Kooy - voorzitter en mede-oprichter van Dutch Cuisine - filosofeert graag over de vraag hoeveel mensen vlees nog lekker zouden vinden als we heteen halfuur in kokend water leggen. Want dat doen we nu met groenten. Als iedereen die nou eens zou marineren, roosteren,grillen of langzaam garen, dan verandert er echt iets. Net als met dierlijke eiwitten moeten we wel iets doen om de smaak en de veelzijdigheid echt te ontwikkelen.
Meer dan zestig manieren
Stop je karbonade een half uur in een pan met kokend water en bak je knolselderij lekker bruin in bruisend boter. Draai het eens om. Dan weet ik wel wat ik lekkerder vind…..Wist je dat er volgens We’re Smart World wel 66 verschillende technieken of manieren zijn om groenten klaar te maken? Natuurlijk zijn sommige alleen maar geschikt voor restaurants, zij hebben apparaten en de ruimte. Maar je kunt er thuis zoveel meer mee maken als je je grillpan, barbecue en/of oven vaker inzet. In mijn boek “Lekker is dat” vind je technieken die je thuis eenvoudig kunt toepassen en met recepten waarmee je lekker kunt oefenen. Zo leer je bijvoorbeeld hoe je watermeloen op de bakplaat of barbecue kuntklaarmaken. Maar ook hoe je een bloemkool verrassend serveert. Vaak gebruik ik trouwens de airfryer, daar knapt elke groente van op, nietalleen een frietje.
De traybake als experiment
Er is één recept dat het boek niet gehaald heeft. Omdat het geen recept is. Het is een traybake, een manier van freestylen met je bakplaat. Ik doe het in het begin van de week. De groentela en fruitschaal uitmesten. Dan heb ik een hele bakplaat vol lekkers. Een deel pureer ik voor een soep, een ander deel gaat in een pan met tomatensaus en currypasta. Inderdaad voor een curry. De rest wordt het bijgerecht voor de avond. Of gaat op de boterham. Bloemkool, radijs, meiraap, mais, wortel, pastinaak, bataat, lente-ui,venkel, spruitjes, bietjes, pompoen, appel, peer. Verzin het maar en je kunt het roosteren. Je moet op een paar dingen letten:
de oven moet goed warm zijn: 185 graden
haal de schil die bitter is eraf. Was alles goed en dep de groente of het fruit droog
snijd dezelfde groenten in dezelfde grootte, dezelfde maat betekent namelijk dezelfde garing
bedek alle groenten met een klein beetje zonnebloem- of arachideolie
leg ze op de bakplaat en besprenkel met grof zout, gemalen peper en specerijen zoals venkelzaad, komijn, rozemarijn,salie of juist kerriepoeder
de groenten moeten net zolang in de oven tot ze aan weerszijden goudbruin zijn. Je moet er dus een beetje bij in de buurt blijven
kies voor elke soort de juiste tijd. Harde groenten zoals knollen zoals venkel, bloemkool en bietjes duren het langst dus daar begin je mee en doe je na tien minuten de rest erbij.
Dit is een klein stukje uit mijn boek “Lekker is dat - duurzaam koken kun jij ook”. Een lees- en doeboek tjokvol kleine weetjes en leuke recepten. Kijk hier voor recensies, een inkijkexemplaar of om een cadeautje voor jezelf te bestellen.