De eerste liefde
De meeste boeken over het Nederlandse zakenleven worden geschreven door consultants of andere toeschouwers. Dat geldt niet voor Sheila Struyck: zij zat zelf in de boardroom van het Nederlandse bedrijfsleven, als vice-president bij een grote multinational.
Vanuit die boardroom schreef ze van 2009-2011 in het Financieële Dagblad columns met haar blijmoedige observaties: ‘Door net even anders te kijken of te redeneren in uitzichtloze kantoorsituaties, wil ik laten zien dat je dapperder kunt zijn dan je zelf denkt.’ Als eeuwige optimist ziet ze overal wel een lichtpuntje of een oplossing. Met pijnlijke eerlijkheid fileert ze vergaderingen waarin mannen met de armen in de nek zitten, slecht voorbereide presentaties en overvolle mailboxen, maar ook schrijft ze aanstekelijk over de managementlessen van haar hond, waarom een cafébaantje een plus is op elk cv en waarom je vaker Nee moet zeggen.
In het vliegtuig lees ik dat Rose Grey is overleden. Ze is eenenzeventig geworden. Haar eerste baantje was onderwijzeres.
Daarna ontwierp ze lampenkappen en begon ze een crêpe-restaurant. Na een scheiding werd ze importeur van Europese gietijzeren ovens. Ze ging failliet en verhuisde naar Italië. Daar begon Rose aan een kookboek. Zonder opleiding naar New York om in een nachtclub te koken.
Na nog wat omzwervingen vroeg Ruthie Rodgers in 1987 aan Rose of ze wilde helpen een kantine voor het architectenbureau van de man van Ruthie op te zetten. The Rivercafé. Ze deelden een liefde voor verse biologische ingrediënten, gebruikt in het juiste seizoen. En simpele recepten. De kantine groeide in no time uit tot een geliefd restaurant. Het Rivercafé-kookboek ging meer dan een miljoen keer over de toonbank. Er volgden er nog tien.
‘Rose en Ruthie hebben Engeland Italiaans leren eten en drinken in een tijd dat de enige Italiaanse wijn nog in dikbuikige flessen met raffia zat’, schrijft The Daily Telegraph. Rose was vijftig toen ze het Rivercafé begon. Gewoon erin gestapt. De meeste hr-functionarissen zouden er een wenkbrauw bij optrekken. Wat is de rode draad in je cv? Zo laat nog iets nieuw beginnen?
In Singapore spreek ik een blogger. Chubbyhubby. Over eten en wijn. Vraag me niet waarom, maar ik verwacht een nerdy zeurkous. Iemand die in ‘de gewone wereld’ geen aandacht krijgt en daarom achter zijn pc de ster uithangt. Maar er komt een goed geklede, moderne man binnen, met een Tom Fordbril op. Aun Koh, de Chubbyhubby, wordt begeleid door Suy-Li, zijn vrouw, een prachtige Chinese in een Audrey Hepburnjurk. Eleganter en hipper kan niet. Begin veertig.
De blog heeft als subtitel: wining, dining and marriage. Aun Koh zocht ooit bloggers voor een schrijversfestival. Hij ontdekte zelf een paar verslavende food- blogs en kon niet anders. Hij begon gewoon. Aun is volgens The Times een van de vijftig invloedrijkste schrijvers over eten, restaurants en wijn. Ondernemers, maar vooral voedsellief- hebbers. De manier waarop Aun en Suy-Li praten over apparaten om kruiden mee te malen — ‘de meesten doen dat gewoon in hun koffiemolen’ — hoor je niet vaak. Toen Aun acht was, vertelt hij graag, heeft hij foie gras geproefd en sindsdien is hij geobsedeerd door eten. En daar leven ze goed van. Dat verbindt Aun en Rose.
Werken en leven lopen door elkaar heen. Ogenschijnlijk van het ene naar het andere baantje springend, maar altijd de eerste liefde in het oog houdend. Lesgeven over biologisch eten voor Rose of de belevenis van een mooie maaltijd voor Aun Koh. Een soort scharrelloopbaan.
Het Financieële Dagblad 09-02-2010