UnODir

De meeste boeken over het Nederlandse zakenleven worden geschreven door consultants of andere toeschouwers. Dat geldt niet voor Sheila Struyck: zij zat zelf in de boardroom van het Nederlandse bedrijfsleven, als vice-president bij een grote multinational.

Vanuit die boardroom schreef ze van 2009-2011 in het Financieële Dagblad columns met haar blijmoedige observaties: ‘Door net even anders te kijken of te redeneren in uitzichtloze kantoorsituaties, wil ik laten zien dat je dapperder kunt zijn dan je zelf denkt.’ Als eeuwige optimist ziet ze overal wel een lichtpuntje of een oplossing. Met pijnlijke eerlijkheid fileert ze vergaderingen waarin mannen met de armen in de nek zitten, slecht voorbereide presentaties en overvolle mailboxen, maar ook schrijft ze aanstekelijk over de managementlessen van haar hond, waarom een cafébaantje een plus is op elk cv en waarom je vaker Nee moet zeggen.

Pieter bij de koffiemachine: ‘Er zijn hier ook zoveel regels, een entrepreneur als ik kan hier niet werken, ik ga bij de Incubator solliciteren.’ Dit interne durfkapitaal initiatief staat open voor nieuwe ideeën, buiten de gebaande paden van ons bedrijf. Dat spreekt Pieter aan en hij nodigt zichzelf uit om eens te komen praten. Hij is welkom.

In het gesprek vraagt hij eerst eens naar de vergoeding. Want hij heeft gehoord, dat je een plukje aandelen krijgt, en je CEO mag noemen. Hij vertelt vervolgens: ‘Mijn vrienden vinden mij veel te ondernemend en snappen niet hoe ik het hier uithoud.’ Op de vraag wat nou eigen lijk zijn plan is waar hij een investeerder voor zoekt zegt hij: ‘Ik heb zoveel goede ideeën waar hier niets mee gedaan wordt. En die zie ik na een tijdje toch in de markt. Dus goede plannen zat!’

Diep is de teleurstelling als hij een hand krijgt en geen baan. ‘Voor we verder praten, geef je me de samenvatting van je idee, hoe je er geld mee denkt te gaan verdienen en waarom wij erin moeten investeren.’ Zo gaat het ook in de echte wereld, buiten onze grote multinational. Als beginnend ondernemer kom je alleen maar in gesprek mits je een goed idee en een business case hebt. Pas als je idee uniek lijkt én jij een toffe peer, dan praten we verder. Maar dat principe heeft Pieter overgeslagen. Hij was alleen druk met zichzelf presenteren.

Pieter voelt zich een miskend talent. Op de vraag waarom hij geen plan uitwerkt zet hij grote ogen op. ‘Nu? Dat vindt mijn baas nooit goed. En ik heb het al druk zat. Ik snap niet dat ik de kans niet gewoon krijg.’ Hij vergeet dat hij de kans al heeft en alleen zichzelf tegenhoudt. Hij heeft een luisterend oor van een investeerder. Waarom niet een paar avonden zijn plannetje wat verder uitwerken? Wat hoeft zijn baas daar überhaupt van te vinden?

Misschien moet hij eens The Pirate Inside van Adam Morgan van me lenen. Piraten hebben vrijheid, ze lopen risico en leven buiten de conventie. Klinkt als Pieters ideale baan. Maar ook piraten hebben regels. Want ook een piratenschip moet strak georganiseerd zijn. Echter wel op een andere manier dan bij de marine. Een van de grootste verschillen is: UnODir. Het staat voor: Unless Otherwise Directed. In plaats van te wachten op toestemming, meld je wat je gaat doen met daarbij de opmerking: UnODiR. Of, ik hoor het wel als je het er niet mee eens bent.

UnODir maakt je werk leuker, sneller en flexibeler. In plaats van vaak toestemming vragen zeg je af en toe ‘sorry’. Laat je niet afremmen door gedachten wat je baas ervan vindt. Gedraag je als piraat. Ga terug naar die Incubator met een grof business plan. Want daar zoeken ze naar. Mensen die een idee persoonlijk maken en bereid zijn er met pas- sie aan te werken. Die aantonen wat het potentieel is. Dan kun je een investering krijgen. En kun je zonder risico op kosten van dat bedrijf ondernemen. Zonder verlies van nachtrust. Wat een secundaire arbeidsvoorwaarde voor een ondernemer.

17-03-2009 Het Financieële Dagblad

090317+fd+UnODir.jpg
Previous
Previous

Op je stappen letten

Next
Next

Personal coach